VERZAMELEN OM TE VERTELLEN DE BOER OP MET 'GROOTMOEDERS EN MOEDERS ERFGOED'
Met zijn uitgebreide collectie Verkade en andere plaatjesalbums werd hij een begrip in verzamelaarskringen. Maar voormalig basisschooldirecteur Anton Siedsma (58) uit Hoofddorp heeft een nieuwe liefde; het vergaren van oude leesplankjes en schoolplaten. De rasverzamelaar en bovenal - verteller wil nu de boer op met "Grootmoeders en moeders erfgoed", een presentatie aan de hand van topstukken uit zijn verzameling.
"Kijk, dit is de oogst van de week. Een vertelselplaat bij Hoogeveens leesplank, getekend door Jetses. Wat nou zo aardig is: op de eerste, originele plaat, heeft het aapje, dat op het luik zit een blauw uniformpje aan. In een latere uitgave zit het aapje op de dakgoot, met een rood jasje aan. Dat zijn hele grappige ontwikkelingen.
"Wat de Verkade- en Plaatjesalbums betreft, zit ik in de top dertig van Nederlandse verzamelaars. Maar eigenlijk heb ik al zo'n jaar of drie, vier, dat ik niets leuks meer vond. Ik moest op beurzen steeds vaker tegen anderen zeggen "U heeft niets wat ik nog niet hebt". Het klinkt een beetje arrogant. Maar als je veel hebt, raak je niet meer zo vaak opgewonden van een album. Krijg je geen adrenalinestoot meer".
"Ik onderscheid altijd verschillende periodes in mijn plaatjesalbum hobby. De eerste periode: hoe het begon, toen ik nog klein was. Mijn moeder die met het Gluton-lijmkwastje met het rode dopje, ik zie het nog zo voor me, plaatjes in albums plakte. Ma liet de plaatjes zien, ik smeerde ze in. Zo leerde ik als boerderijkind de dieren kennen, via het album De Boerderij".
Jac.P.Thijsse
"De jaren vijftig, mijn lagere schooltijd, was de periode van de autoplaatjes, sigarettenplaatjes, boterplaatjes sparen. De tijd, dat ik iedereen aanklampte of ze nog plaatjes voor me hadden. De derde periode brak aan toen ik op de kweekschool zat en we een biologie-opdracht moesten maken. Mijn leraar zei dat ik schreef als Jac.P. Thijsse. Ik had nog nooit van die man gehoord. Dan ga je je erin verdiepen".
"Ik herinnerde me de albums van moeder en heb ze opgesnord. Zo ben ik een passief verzamelaar geworden. Verzamelen om het hebben-instinct. Hamsteren. Vanaf ongeveer 1995 ben ik ook actief gsaan verzamelen. Fanatiek de boer op gaan naar beurzen, journalisten lastig vallen, haha. "Maar ach, dat is het verhaal dat ik al vaker heb verteld. Met de Verkade-albums zat ik op een gegeven moment op een dood spoor. Nu ben ik vaak intermediair, een doorgeefluik tussen vraag en aanbod. Ik heb alles al van Verkade, dan duik je in iets anders. Dat zijn schoolplaten en leesplankljes geworden. U bent toch de man van Aap Noot Mies? vragen mensen me nu soms.
"Zie je die grote leesplank die daar aan de muur hangt? Na de kweekschool kwam ik op een school terecht, die net naar een nieuw gebouw moest. Ik zag mezelf van alles in een container duwen. Dat vond ik zo zonde. De plaatjes en woorden van de leesplank stonden ergens nog in de cassette, die heb ik toen bewaard. Het stond jaren in de kast. Ik besloot zelf een plank te maken. En zie, het blijkt heel leuk te staan aan de muur."Door mijn loopbaan in het onderwijs ben ik altijd heel verwant met Aap Noot en Mies geweest. Als onderwijsman stel je je altijd heel visueel op naar de kinderen. Met schoolplaten die iets voorstellen, kun je kinderen makkelijker iets vertellen dan met hoeveel woorden dan ook. Dan grijp je terug op het Jetses gebeuren.
"In de loop der jaren kreeg je audio-visuele hulpmiddelen in het onderwijs. Andere mogelijkheden om kinderen veel sneller te bereiken. De rol van de leerkracht werd een totaal andere. De leerkracht was niet langer meer die prachtige verteller, die je kon boeien. Ik heb als vervelende eigenschap een wat nassale stem maar ik kon kinderen altijd schitterend motiveren met vertellen. En nu nog. Op beurzen verkoop ik wel eens albums aan mensen die ze niet eens willen hebben . Ik weet blijkbaar over te brengen wat voor een schitterende hobby verzamelen is.
"Het ouderwetse verzamelen raakt uit. Het is een uitstervend fenomeen. Suikerzakjes, postzegels, het ligt helemaal op zijn gat. Door internet is het digitale vastleggen gaan overheersen. Daar ben ik toch heel bezorgd over. Opmerkelijk is dat jonge mensen bijvoorbeeld wel geinteresseerd zijn in van die oude topografische kaarten. Willen ze een kaart hebben van landen waar ze affiniteit mee hebben, Maar iemand, die opstaat en zegt "Ik ga albums verzamelen", dat tijdperk is geweest. Dat kan niet meer,. Of het wordt te duur".
"De tendens in de verzamelaarswereld is dat er mensen aan je kraam komen, die de spullen als handelswaar, als extra inkomen zien. Ik pas niet in die wereld. Als ik je leuk vond, betaal je vijf euro voor een album. Mag ik je niet, dan tien euro. Het gaat mij niet om winst maken. Het gaat m,ij om de manier van presenteren. Ik zeg wel eens tegen mensen die op beurzen interesse tonen voor een topografische kaart:"Als je alle plaatsen weet, krijg je hem gratis". Tot op heden is er niemand op ingegaan. Maar het is een leuke uitdaging en je hebt amusement aan je kraam" Het Aap Noot Mies-leesplankje van Jetses en de bijbehorende vertelselplaat waar alle begrippen van het leesplankje op voorkomen, zijn nu mijn verzamelhoofddoel. In 1897 werd het eerste leedplankje gedrukt en de bijbehorende leesmethode van Hoogeveen. Het heeft tot 1960, op sommige scholen wel tot 1970 geduurd, dat de leesplank nog in gebruik was. Meer dan zestig jaar. De Aap Noot Mies methode heeft dienst gedaan voor meerdere generaties".
"Ik heb verschillende drukken van de leesboekjes die er bij horen. En letterdoosjes die hoorden bij "Hoogeveens Verbeterd Leesplankje". Kijk, heel exclusief: een heel compleet Hoogeveens dicteerdoosje. Een houten bakje met letters, dat werd vaak gebruikt om aan te vullen. Daar ben ik heel trots op".
Kees en de Bok
"Van Jetses vertelselplaat bij het leesplankje zijn drie verschillende versies. De derde versie, waar het aapje op het dak zit, ken ik zelf van school. Maar ook op het leesplankje zijn verschillen. Kijk. Tot 1930 keken Kees en de Bok elkaar in de bips, zeg maar. Vanaf de jaren dertig kwam de verbeterde versie, waarop ze met de bipsen naar elkaar toe staan. Daar wil ik zelf nog een keer over publiceren, over dat hoe en waarom. Dat is zo'n gespecialiseerd verhaal".
"Maar ik ben ook geinteresseerd in andere oude schoolplaten. Boven heb ik een originele houten platenkist staan. Daar passen er honderd in. Het mogen er van mijn vrouw niet meer worden, hebben we afgesproken. Platen van tekenaars als JETSES, Isings, Koekkoek, Gabrielse. Zoals "Floris V door de edelen gevangenen genomen". Of "De Prins trekt over de Maas. Dat is helemaal mijn knollentuin".
"Mijn hoofdparaplu boven mijn verzameling is: Wat vind ik mooi of speciaal? Er zijn mensen die beweren: Ïk heb alles". Dat is bij mij bepaald niet het geval. Ik ga niet veel eurootjes neerleggen voor iets wat ik niet mooi vind. Ik heb een prachtige verzameling, maar geniet er zeker zo van als iemand iets heeft wat ik niet heb, Dat is een filosofie waarmee ik alleen sta, want veel collegaverzamelaars redeneren Ïk,ik,ik". Ik ben wel fanatiek, maar ik ga niet tot het gaatje. Er zijn nog zoveel andere dingen in het leven.
Ongeluk
"Misschien heeft dat met mijn ongeluk te maken. Tijdens een reis door Indonesie, in 1989, waren mijn vrouw en ik in een kloof met watervallen. Terwijl ik een vlinder fotografeerde, stortte achter mij een rotswand naar beneden. Het enige dat ik nog weet, is dat er iets op mij af kwam. Een boom. Ik had ongeveer alles gebroken. Mijn bekken, heup. Ik had vijftig ribbreuken. Mijn longen waren beschadidgd, maar ik had de mazzel dat vitale organen als lever en nier niets hadden opgelopen".
"Terug in Nederland begon het genezingsproces. Ik ben mezelf helemaal kwijtgeraakt, maar wilde er voor gaan. Ik realiseer me goed: Het is een herkansing die je krijgt. Als je een keer aan de andere kant bent geweest, besef je dat je een dag goed moet benutten. Niet gaan lopen miezemuizen".
Ïk vind mijn handicap nu miniem, maar loop continu met pijn. De artrose en dystrofie slaan vanuit mijn nek in het hele lichaam toe. Vooral bij het verzamelen word ik erop geattendeerd. Het slepen met kratjes albums wordt steeds zwaarder. Dit nog tien jaar volhouden, zie ik niet zitten, Verzamelen is leuk, maar je gezondheid is het belangrijkste".
"Maar je wilt oh zo graag alles laten zien, Je sleept en je doet maar. Ik heb ook zo ongekend veel materiaal. Dat zou eigenlijk continu ingekeken moeten worden. Het is wel leuk dat het hier bij mij in huis staat, maar zo bereik je maar een beperkte doelgroep. Ik heb wel eens aan een museum gedacht. Eigenlijk heb ik het verkeerde beroep gekozen, denk ik wel eens. Ik heb altijd oog gehad voor erfgoed".
Ëen nieuw fenomeen is dat ik presentaties geef. Bij zorgcentra, bij ouderenbonden, bij vrouwenverenigingen. Ik noem het propaganderen van grootmoeders en moeders erfgoed. Dat wil ik meer gaan doen".
Piggelmee
Ïk heb eeb tas klaar staan met spullen. Met Verkade-albums, losse plaatjes, leesplankjes en schoolplaten. Bij zo'n presentatie begin ik met de eerste regels van Piggelmee: Ïn het land der blonde duinen, en niet heel ver van de zee, woonde eens dwergenpaartje en dat heette Piggelmee, enz. Dat kennen alle mensen, En het rijtje topografische namen van vroeger: Hoogezand, Sappemeer, Zuidbroek, Wildrvank. Al die mensen kunnen dat nog opdreunen, niet te geloven. Zo mooi, zelfs licht dementerende mensen kennen meer rijtjes dan ik als leerkracht kon overdragen".
"Daarna vertel ik over mijn plaatjesverzameling, over het Glutonkwastje van vroeger.
Voor generaties uit de jaren vijftig is dat het herkenbare lijnmfenomeen. Als je zoiets vertelt, herinneren mensen zich dat. Iedereen had dat thuis of op school staan. Na Piggelmee en de Verkade-albums stap ik over op Aap Noot Mies".
Ïk kan zo de leukste verhalen kwijt. Je moest eens weten met hoeveel mensen ik in contact kom door mijn hobby. Ik ben een hamsteraar, maar ik wil wat ik heb ook graag delen met anderen. Iemand blij maken is voor mij een mooie manier om met de materie van verzamlen bezig te zijn. Dat is denk ik de kwintessens van mijn hobby: Je doet iets voor elkaar. Mensen gunnen elkaar even iets. Het zij korte liefdes".
Anton Siedsma is met zijn verzameling jaarlijks aanwezig op de Internationale Verzamelaars Jaarbeurs in het Jaarbeurscomplex in Utrecht. Zo'n 3500 deelnemers uit binnen - en buitenland tonen daar hun materiaal. Siedsma is te vinden in hal 8, op standplaats 8407, met zijn oude plaatjesalbums en schoolplaten. De verzamelaarsbeurs is zaterdag geopend van 10.00 tot 18.00 uur en op zondag van 10.00 tot 17.00 uur. Mensen die materiaal kwijt willen of informatie zoeken, kunnen Siedsma bereiken via 023-5614727 of siedsma@quicknet.nl
REPORTAGE in HAARLEMS DAGBLAD van 13 november 2002 door ILSE THOONSEN.